Verschijnselen dwangstoornis

Bij een obsessief-compulsieve stoornis is sprake van de volgende verschijnselen:

  • het hebben van dwanggedachten of dwanghandelingen of beide;
  • weten dat deze dwanggedachten en dwanghandelingen overdreven en niet logisch zijn;
  • werk, relaties en sociale activiteiten komen in de knel doordat het dwangmatig handelen of denken veel tijd kost.

Dwanggedachten

  • dwanggedachten komen telkens terug en blijven hardnekkig in iemands hoofd zitten. Het voelt alsof de gedachten worden opgedrongen. Ze zijn zinloos en mensen worden er angstig van. Het is absoluut niet prettig;
  • dwanggedachten gaan veel verder dan zich gewoon zorgen maken over de dagelijkse dingen. Ze kunnen gaan over ziektes, hygiëne, fouten maken met vreselijke afloop, eigen agressie, seks, God of godsdienst;
  • mensen proberen te doen alsof de dwanggedachten er niet zijn of proberen ze tegen te gaan met andere gedachten of door dingen te gaan doen;
  • mensen weten dat de gedachten uit hun eigen geest komen en niet van buiten. 

Dwanghandelingen

  • dwanghandelingen zijn dingen die mensen steeds maar weer doen. Denk aan handen wassen, controleren of het gas uit is of de deur op slot is. Mensen met dwanghandelingen kunnen dat ook in hun hoofd doen, bijvoorbeeld dingen tellen of steeds maar bidden. Ze voelen zich gedwongen dit te doen, meestal na een dwanggedachte;
  • met de dwanghandelingen willen ze voorkomen dat gebeurt waar ze bang voor zijn. Denk aan het afkloppen op vers hout om allerlei onheil te voorkomen. Of door tientallen keren de handen te wassen, voorkomen dat ze een besmettelijke ziekte krijgen;
  • er zijn verschillende soorten dwanghandelingen: controleren, schoonmaken en wassen, dingen symmetrisch neerzetten, ordenen, overmatig bidden.
Printversie van deze paginaPrint