Manie of hypomanie

  • een extreem uitgelaten stemming hebben
  • overdreven vrolijk zijn
  • prikkelbaar, snel boos zijn
  • opgewonden, geagiteerd zijn
  • ruzie maken
  • minder behoefte aan slaap hebben, ’s nachts klaarwakker zijn
  • veel praten, bellen, sms’en, whatsappen of e-mailen
  • gedachten hebben die alle kanten opschieten
  • niet stil kunnen zitten
  • veel doen, niet kunnen stoppen
  • het gevoel hebben alles aan te kunnen
  • meer zin in seks hebben, seksueel ongeremd zijn
  • impulsief dingen doen zonder rekening te houden met nadelige gevolgen, bijvoorbeeld te hard rijden of te veel geld uitgeven
  • wanen en hallucinaties (niet bij hypomanie)
  • sociale en relationele problemen (niet bij hypomanie)

Depressie

  • een sombere of geïrriteerde stemming hebben
  • lusteloos zijn, nergens zin in hebben
  • minder belangstelling voor werk of hobby’s hebben
  • moe of uitgeput zijn
  • geen emoties voelen
  • geen contact met anderen willen
  • weinig of geen gevoel van eigenwaarde hebben
  • niets te zeggen hebben
  • denken aan de dood, gedachten over zelfdoding
  • slecht slapen of juist veel slapen, vroeg wakker worden
  • minder of juist meer gaan eten
  • minder behoefte hebben aan seks
  • afspraken afzeggen
Printversie van deze paginaPrint